TONEELVERENIGING "COMEDIA" LEUNEN Met diep leedwezen vernamen wij vrijdag j.l. dat plotseling van ons was heengegaan A. Verhejjen. Toon Verhejjen of Pietjes Toon zoals iedereen hem in Leunen kende was een man die niet weg te denken was in onze gemeend- schap. Hij was bijna 27 jaar secr./penningm. van onze vereniging. Wij, als bestuur en leden hebben hem leren kennen als een plichtsgetrouw persoon altijd stond hij klaar voor zijn Comedia want het was een stuk van zijn leven. Hoe mooi stond het elke week in de Ruuper nog zoveel dagen en Comedia presenteert U "Eeen huis vol verrassingen". Hij was de persoon die onze "slapende" vereniging weer tot bloei heeft gebracht. Dag en nacht werkte hij aan de heroprichting van onze vereniging want zijn devies luidde "ToneeJ. hoort bij het leven" en Toneel hoort bij Leunen. Hij was geregeld op onze repetities aanwezig om de sfeer te proeven en tussendoor nog even iets te regelen of te helpen als dit nodig was. Hij ging dan weer voldaan naar huis in de overtuiging dat de eerste uitvoering na de heroprichting een groot feest zou worden. Alles was door hem tot in de puntjes verzorgd, er kon bijna niets meer misgaan. En dan plotseling wordt deze man uit ons midden gehaald, waardoor een leegte ontstaat mn onze vereniging, die niet gauw opgevuld zal kunnen worden. Graag hadden we Toon willen zien stralen van voldoening als het "karwei" geklaard was zoals hij het zelf noemde. Helaas hij heeft de come-back van "zijn" Comedia niet meer mogen beleven. We zullen Toon missen, maar zijn er van overtuigd dat wij aan Comedia moeten voortbouwen zoals hij het had willen doen. Onze gedachten gaan ook uit naar zijn vrouw en kinderen in deze droeve dagen. Wij wensen hen veel sterkte en hopen dat ze de kracht zullen be zitten om dit verlies te dragen. In overleg met Mevr. Verheijen hebben we besloten om de uitvoering op zaterdag 'f en zondag 5 meert normaal te laten doorgaan. Wij zijn ervan overtuigd dat Toon ook niet anders gewild zou hebben. Namens het Bestuur G. Zegers voorz»

Dorpsblad Leunen-Veulen-Heide | 1978 | | pagina 10